
Wet geneesmiddelenprijzen
Artikel 11
1
Onze Minister kan bij beschikking aan degene die handelt in strijd met artikel 4 of 5, ter zake van die overtreding een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste 45 000.
2
De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de omstandigheden waarin de betrokkene verkeert. Onze Minister legt geen boete op, indien de betrokkene aannemelijk maakt dat hem van de overtreding geen verwijt kan worden gemaakt.
3
De beschikking vermeldt in elk geval:
a
het feit ter zake waarvan de boete wordt opgelegd alsmede de overtreden bepaling,
b
een aanduiding van de plaats waar en van het tijdstip waarop de overtreding is begaan,
c
de hoogte van de boete en
d
de termijn waarbinnen de boete moet worden betaald.
4
De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt drie jaren nadat de overtreding is begaan. Een beschikking tot oplegging van een boete stuit de in de eerste volzin genoemde termijn.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.